Oorthuys over 'Een staat in wording'
Oorthuys zelf zei over het boek:
'...dat is eigenlijk een van de werkstukken waar ik nog het meest achter sta. Het was reuze progressief, maar het was nog niet uit, of de politionele akties begonnen en toen was mijn boekje 'Staat in Wording' niet meer aktueel. Het kwam bij De Slegte. Dat had het voordeel dat mijn vrienden het konden kopen en lezen.' (4)
In de lay-out van het boek werden de tegenstellingen tussen Nederlands belangen en de Indonesische vrijheidsstrijd benadrukt.
Over het belang van de context van zijn foto's zie Oorthuys zelf:
'Ik heb indertijd vlak na de oorlog in 1947 in Indonesië gewerkt. In het door Nederlanders bezette gedeelte. In Djakarta werd zwaar honger geleden. Daar stierven de mensen op straat van de honger. Die foto's heb ik gemaakt. Daar liepen ze ook uitgemergeld rond. Ze hebben toen doodrustig die hele serie geplaatst in een Belgisch blad (voorzien van de tekst:) dat die republiek zo slecht de mensen kon verzorgen, dat ze daar doodgingen van de honger. Dus de betekenis, de waarheid, volkomen omgedraaid met mijn foto's. [...]' (5)
De Nederlandse pers over 'Een staat in wording'
Een voorbeeld van de ontvangst van het boek door de Nederlandse pers is te vinden in een artikel dat Beb Vuyk schreef voor De Vrije Katheder:
'De laatste jaren zijn de uitstalkasten van onze boekhandel overstroomd geworden met een groot aantal plaatwerken over Indië. Velen ervan waren uitstekend uitgegeven en brachten een schat van goede foto's. Zij waren verleden tijd op het zelfde ogenblik dat ze uitkwamen. Zij gaven beelden uit de kolonie Nederlands-Indië, waar de Hollanders heersten in hun koele moderne huizen, in hun grote fabrieken, in hun uitstekend georganiseerde ondernemingen en goed geoutilleerde laboratoria. In dit bestel nam de Indonesiër een hem toegewezen plaats in, als koelie, inlands schrijver, tuinman, of chauffeur. Men zwaaide hem in deze functies gul alle lof toe en roemde hem om zijn artistieke begaafdheid als danser, houtsnijder en zilversmid, veilig en ongevaarlijk als een levend museumstuk van kostelijke waarde. De fotomontages van Cas Oorthuys brengen van hem een nieuw beeld. Een staat in wording, een staat van levende bewuste mensen, mensen als wij werkend in bezield verband.' (2)
Een voorbeeld van het soort boeken dat Beb Vuijk hierboven omschrijft is Gordel van Smaragd, ook van Uitgeverij Contact uit Amsterdam, dat een jaar voor Een staat in wording verscheen. (3)
Cas Oorthuys (1908-1975)
-
- waarin activiteiten als
- en in contact met linksgeoriënteerde jongelui. Zonder medeweten van zijn ouders las hij De
, het
?
- vooral die in boeken
- hield hij de mise-en-page soms in eigen
'agitprop' van de arbeidersfotografie, dienstbaar aan een hoger ideaal waarvoor
'mooie plaatjes' niet telden, en de esthetische vormgevingsprincipes - diagonalen, slagschaduwen en zeer lage en hoge standpunten - van de apolitieke Nieuwe
Fotografie bleken elkaar niet uit te sluiten. Hoe weinig deze twee richtingen ook gemeen hadden, zij werden door verschillende fotografen, onder wie Oorthuys, tegelijkertijd aangehangen. De overeenkomst lag niet in de foto's of de gefotografeerde onderwerpen, maar in de grafische vormgeving van de brochures en tijdschriften, die geïnspireerd was door de Nieuwe Typografie. Fotomontage en het combineren van beeld en tekst werden in beide stromingen toegepast.links geëngageerd fotografie van de Nederlandsche Vereeniging voor Ambachts- en Nijverheidskunst (VANK). In 1936 werd hij bestuurslid van de groep 'foto en film' van de Bond van Kunstenaars ter Verdediging van Kulturele Rechten en trad hij op als medeorganisator van de in Amsterdam gehouden tentoonstellingen 'De Olympiade Onder Dictatuur' (1936) en 'Foto '37'. Hij leverde als fotograaf ook bijdragen aan verschillende links geëngageerde bladen als 'Afweerfront' en ‘Links Richten'.
Reportagefotografie
In 1936 trad Oorthuys in dienst van de Arbeiderspers. Spoedig werd hij vaste fotograaf van de door haar uitgegeven krant Het Volk en het sociaal-democratische weekblad tijdschrift ‘Wij'. Ons werk ons leven. De reportagefoto's in het laatstgenoemde blad hadden een minder nadrukkelijk agiterend, propagandistisch en politiek karakter dan zijn foto's uit de periode ervoor. Zij stonden aan het begin van het reportagewerk waarmee hij bekend zou worden.
Na echtscheiding (5-8-1938) gehuwd op 3-4-1940 met Lydia Krienen (geb. 1919). Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 2 dochters geboren.
duitse bezetting Duitse bezetting werd Oorthuys lid van het Verbond van Nederlandsche Journalisten, waarbij alle persfotografen zich in 1941 op last van de bezetter moesten inschrijven. In februari 1942 ontkwam hij aan dat - achteraf beschouwd - omstreden lidmaatschap door ontslag te nemen bij de reeds sinds de zomer van 1940 'gelijkgeschakelde' Arbeiderspers. Dit ontslag kon echter niet voorkomen dat zijn foto's die zich in het archief van de uitgeverij bevonden door de bezetter naar eigen inzicht werden gebruikt. In de oorlogsjaren werkte hij aan een opdracht van het Agrarisch Fonds om foto's te maken voor een boek over landbouw.
Het verzet illegaal werk. In mei 1944 werd hij vanwege deze activiteiten gearresteerd en overgebracht naar kamp Amersfoort, maar al na drie maanden herkreeg hij om onduidelijke redenen zijn vrijheid; hij dook daarna onder.
De Ondergedoken Camera sloot Oorthuys zich aan bij De Ondergedoken Camera, een groep van Amsterdamse fotografen die illegaal het leven in de bezettingstijd vastlegden. Deze groep was rond Dolle Dinsdag (5 september 1944) ontstaan om de bevrijding vast te leggen. Toen deze onverwacht uitbleef, documenteerde de groep illegaal het laatste jaar van de Duitse bezetting. De in dit verband gemaakte foto's behoren tot Oorthuys' bekendste. Zij geven een indringend beeld van de gevolgen van de oorlog en de Hongerwinter. Een aantal van deze foto's werd overigens na de oorlog geënsceneerd.
na de oorlog fotografie van de Vereniging van Beoefenaars der Gebonden Kunsten (GKf). In deze kleine, informeel georganiseerde groep kwam een aantal fotografen bijeen met een gelijke achtergrond: gevormd in de jaren dertig, tijdens de bezetting verenigd in het verzet, links in hun politieke opvattingen. Zonder esthetische opsmuk en uit oprechte compassie voor de medemens wilden de GKf-fotografen laten zien hoe deze leefde en werkte. 'Ik ben opgegroeid in een kinderrijk dominees-milieu, dan leer je de mensen om je heen wel zien' , zei hij in een interview (Het Vrije Volk, 6-11-1969).
De Mens
Na de oorlog verandert Oorthuys' visie op de functie van fotografie en gebruikt hij het medium vrijwel niet meer als politiek wapen, maar fotografeert hij mensen hoofdzakelijk vanuit een vorm van ‘human interest'. Hij had zich geleidelijk zowel van het ouderlijk domineesmilieu als van de CPH, die hij beide als een keurslijf was gaan ervaren, weten te bevrijden. Stelde hij begin jaren dertig zijn fotografie nog in dienst van het communistische ideaal, nadien fotografeerde hij nauwelijks nog zogenaamde grote gebeurtenissen en bracht hij vooral het leven van 'gewone' mensen, waar ook ter wereld, in beeld. Hij kon deze algemene humanistische instelling tot uitdrukking brengen in zowel de door hemzelf samengestelde fotoboeken als in de commerciële, in opdracht gemaakte reis- en bedrijfsboeken.
Werkdrift
Oorthuys was een omnivoor. Van klederdrachten tot moderne architectuur, van op het land werkende boeren tot schepen in de Rotterdamse haven, er is bijna geen onderwerp of Oorthuys heeft het gefotografeerd. Deze verscheidenheid werd mede ingegeven door de opdrachten die hij kreeg. Zo zal de weinig moderne manier waarop hij het leven en werken op het land uitbeeldde in het boek Landbouw (1946) een wens van de opdrachtgever of uitgever zijn geweest. De foto's voor dit boek zijn niet geheel vrij van bucolische idealisering en Hollands chauvinisme.
Het merendeel van Oorthuys' bewaard gebleven foto's stamt uit de jaren vanaf 1944. Zijn archief omvat circa een half miljoen negatieven. De omvang van het archief moet vooral verklaard worden uit Oorthuys' werkwijze. ' Ieder ding fotografeer ik minstens tien keer. Ik draai er gewoon omheen, een kerk, een plein, een situatie... Ik draai gewoon aldoor maar rond en ik denk: ik heb het! Dat is mijn manier (...) Ik kan niet zitten. Ik kan niet wachten ', zei hij in een kranteninterview (Het Parool, 11-11-1969). De varianten die niet de eerste keus bleken, konden later hun waarde hebben. Hij putte immers vaak uit zijn archief wanneer hij bepaalde foto's nodig had. Het boek De toekomst in uw handen (1955) werd bijvoorbeeld op die manier samengesteld. Zijn archief was dan ook niet chronologisch, maar op onderwerp geordend, zodat hij opnamen gemakkelijk kon terugvinden. Bij het fotograferen hield Oorthuys - zo kan uit zijn werkwijze opgemaakt worden - al rekening met eventueel toekomstig gebruik van de foto's in een andere context. Verschillende foto's bewezen inderdaad meer dan eenmaal hun bruikbaarheid.
1947 ‘Een staat in wording' Belgisch Congo (1992) liet Oorthuys zich weer zien als een kritische en onafhankelijke verslaggever. In ‘Een staat in wording', foto-reportage over het Indonesië van heden door Oorthuys zelf vormgegeven, bracht Oorthuys de twee manieren waarop de spanningen tussen Nederland en Indonesië beëindigd konden worden - door onderhandelingen en door wapengeweld - in beeld door deze twee mogelijkheden steeds tegenover elkaar te zetten.
Het boek ‘Een staat in wording' was een pleidooi voor een vreedzame oplossing van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd. Maar toen dit ijdele hoop bleek, veranderde zijn visie op de functie van fotografie. Hij zou het medium fotografie vrijwel niet meer gebruiken als politiek wapen en mensen hoofdzakelijk gaan fotograferen vanuit een vorm van human interest. De ideologie verdween naar de achtergrond, maar mensen bleven prominent in beeld op zijn foto's.
' Maar ik stel de schilderkunst veel hoger, ik zal nooit een foto aan de muur hangen. Een foto moet een functie krijgen, in een krant of in een boek. foto's liever in druk dan aan de muur. Hij werd vooral bekend door zijn vele fotoboeken. Daar staat tegenover dat zijn werk bij een groot publiek óók bekendheid kreeg doordat het jarenlang in treincoupés van de Nederlandse Spoorwegen hing. In totaal stelde hij ruim honderd fotoboeken samen. Een groot deel hiervan wordt ingenomen door de steden-, landen- en reisboeken die uitgeverij Contact in pocketvorm uitgaf. Een andere belangrijke categorie is die van de bedrijfs- of gedenkboeken uit de jaren vijftig en zestig. Oorthuys heeft in zijn carrière veel in opdracht gewerkt. Dat betekende dat aan de uiteindelijke fotokeuze en de indeling van het boek soms concessies moesten worden gedaan. In andere gevallen had hij de vrijheid naar eigen inzicht foto's te maken en bepaalde hij (mede) de fotoselectie en de indeling en vormgeving van de boeken of werkte hij nauw samen met de grafisch vormgever.
Uitgeverij Contact - Reisreportages
In opdracht van uitgeverij Contact in Amsterdam maakte hij tussen 1950 en 1965 reizen door een groot aantal landen van Europa, veelal in gezelschap van Nederlandse auteurs. Dit resulteerde in een reeks van ruim 40 verschillende foto- en reispockets, met talloze buitenlandse edities. In samenspraak met de uitgeverij werd na thuiskomst een selectie gemaakt uit de duizenden negatieven die Oorthuys mee naar huis bracht. De vormgeving van de pockets door Jan van Keulen was afgestemd op het vierkante negatiefformaat van de Rolleiflex-camera die Oorthuys zijn leven lang bij voorkeur heeft gebruikt.
1959 "Rotterdam, dynamische stad" stad'. Door Oorthuys zelf vormgegeven.
In ‘Rotterdam dynamische stad' liet Oorthuys vooral de bedrijvigheid van deze stad zien. Hij versterkte dit beeld door geen uniforme, statische vormgeving te kiezen, maar te variëren op de afmetingen en plaatsing van de foto's op de bladzijde. Oorthuys maakte destijds 9300 foto's waarvan er 239 werden geselecteerd. Ze geven een treffend beeld van de periode van de wederopbouw van na de Tweede Wereldoorlog.
1970 - ‘1944-45. Het laatste jaar.' foto's die hij in de laatste maanden van de bezetting maakte, begon Oorthuys' carrière als zelfstandig fotograaf. Zij hebben hem tijdens de rest van zijn leven nooit losgelaten. Terwijl hij moeite had om over zijn kamp- en andere ervaringen uit de oorlogsjaren te praten, heeft hij de foto's verscheidene keren gebruikt. In 1970 verscheen het fotoboek 1944-45. Het laatste jaar. Hij verwachtte dat dit boek op den duur zijn beste boek zou zijn.
In 1975 overleed Oorthuys plotseling, kort nadat hij in opdracht van de PTT een bevrijdingszegel 1945 - 1975 had ontworpen.
Het oeuvre van Oorthuys onderscheidt zich in de eerste plaats van dat van zijn collega-fotografen door de omvang en door de veelheid van onderwerpen. In herinneringen aan Oorthuys komt vooral zijn werkdrift vaak ter sprake. Een van zijn reisgenoten voor een Contact-fotoboek schreef later: 'ik was wel eens blij wanneer het eindelijk donker was' (Vrij Nederland, 11-8-1990, p. 4). Het fotograferen was dan tenminste gedaan. Overdag gunde hij zich weinig tijd voor andere dingen. Met een andere tekstschrijver op reis was Oorthuys, nog voordat ze de stad goed en wel hadden verlaten, al vier keer uit de auto gesprongen om ergens een foto van te maken. Hij had een tomeloze energie, ging volledig op in het fotograferen, neigde tot perfectionisme en kon bovendien, door de ervaring van en herinnering aan de crisistijd, moeilijk opdrachten weigeren: 'wie de crisisjaren heeft meegemaakt, weet voorgoed dat leven wérken is' (Vrij Nederland, 11-8-1990).
Met de
Oorthuys' aandacht voor de mise-en-page blijkt onder andere uit een van zijn bekendste boeken, ‘Rotterdam dynamische '
Oorthuys zag zijn
In Een staat in wording en het niet bij zijn leven uitgegeven boek over
Kort na de bevrijding werd Oorthuys lid van de vakgroep
In 1944
Clandestien maakte Oorthuys vanaf 1942 pasfoto's voor vervalste persoonsbewijzen en deed hij ander
Tijdens de
Oorthuys was in de jaren dertig lid van verschillende, meest linkse, organisaties, zoals de vakgroep hand of werkte hij nauw samen met de vormgever.
Cas Oorthuys begon zijn fotografische carrière als communistisch arbeidsfotograaf. Conform aan het karakter van de arbeidersfotografie hebben Oorthuys' foto's uit de jaren dertig veelal een propagandistisch karakter. Armoede, politiegeweld, stempelende werklozen, huisuitzettingen en uitingen van antifascistische gezindheid behoorden tot de onderwerpen die hij en andere arbeidersfotografen vastlegden.
Nieuwe Fotografie tijd hing Oorthuys de Nieuwe Fotografie aan, de moderne richting waarin vormgeving belangrijker werd geacht dan het onderwerp. Machinevormen bijvoorbeeld kregen er meer aandacht dan fabrieksarbeiders. De
Terzelfder 200 voor de overnamekosten.
fotografische carrière jaren dertig koos hij definitief voor de fotografie, al heeft hij het vormgeven nooit geheel opgegeven: bij de publicatie van zijn foto's
In de tweede helft van de orgaan van de Communistische Partij Holland (CPH).
maatschappelijke carrière
In 1930 vond Oorthuys als bouwkundig tekenaar werk bij de gemeente Amsterdam, maar als gevolg van de economische crisis werd hij reeds na twee jaar ontslagen. Bij de stempellokalen kwam hij in aanraking met de CPH. Hij werd lid van deze partij en de aan haar gelieerde Vereeniging van Arbeiders-Fotografen.
Gehuwd op 31-8-1932 met Gezina Broerse (1910-1997), onderwijzeres. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.
Na zijn ontslag bij de gemeente werkte Oorthuys als grafisch ontwerper en fotograaf. Samen met de schilder Jo Voskuil vormde hij van 1932 tot 1935 het reclamebureau OV 20; Oorthuys' vader verschafte hem de benodigde Tribune kamperen op zondag werden afgewezen Amsterdam 22-7-1975). Zoon van Gerardus Oorthuijs, Nederlands hervormd predikant, en Dorothea Catharina Helena Christina de Stoppelaar.
Cas Oorthuys, de oudste zoon van een predikant, verhuisde in 1909 naar Amsterdam, waar hij de rest van zijn leven zou blijven wonen.
opleiding beroep van zijn vader kiezen, maar mede door leesblindheid moest hij na drie jaar HBS-opleiding het Amsterdamsch Lyceum (1921-1924) verruilen voor de Ambachtsschool in Amsterdam (1924-1926). Daarna volgde hij de opleiding aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten (1926-1927) en aan de afdeling Bouwkunde van de MTS (1927-1930), beide te Haarlem. Oorthuys wilde architect worden.
NBAS
Tijdens zijn studie in Haarlem werd hij lid van de Nederlandsche Bond van Abstinent Studeerenden (NBAS), een gezelschap van geheelonthouders, vegetariërs, niet-rokers, antimilitaristen en wereldhervormers. In de NBAS was Oorthuys al geïnteresseerd geraakt in fotografie.
Het lidmaatschap van de NBAS bracht hem in conflict met het domineesmilieu van zijn ouders
Aanvankelijk wilde hij het Nederlandse fotograaf van stadsgezichten, portretten, architectuur (als genre), dieren,
Cas Oorthuys behoorde tot de belangrijkste vertegenwoordigers van de generatie fotografen die op basis van de Nieuwe Fotografie de ontwikkeling van de documentaire fotografie in Nederland beslissend hebben beïnvloed.
Cas Oorthuys verwierf in zijn arbeidzaam leven de faam van de fotograaf die het Europa van na de Tweede Wereldoorlog op indrukwekkende wijze in beeld heeft gebracht. Als geen andere fotograaf in de periode van de wederopbouw heeft hij uitdrukking gegeven aan het groeiende zelfbewustzijn van de Nederlanders. Zijn foto's tonen het herstel van de industrie, het hardwerkende Nederland op weg naar een maatschappij van hoogconjunctuur en toenemend toerisme.
Evenals voor vele andere fotografen in die naoorlogse jaren vormden mensen zijn centrale onderwerp. Voor Oorthuys is echter kenmerkend, dat hij vrijwel altijd heeft geprobeerd de omgeving waarin zij wonen en werken te laten meespelen in zijn foto's. Een ander opmerkelijk aspect is zijn sterk gevoel voor compositie: de foto's zijn nauwkeurig binnen het vierkant van het matglas van zijn Rolleicord vormgegeven.
Cas stelde in dienst van de uitgeverij Contact in samenwerking met Jan Brusse, Bert Schierbeek en A. den Doolaard een reeks foto- en reispockets samen. Hij maakte vele reizen in verschillende landen als Marokko, Indonesië, Egypte en Griekenland waaruit zijn fotoboeken ontstonden en meer dan honderd fotoboeken over de wederopbouw, de industrie en de landbouw van het geteisterde Nederland. Zijn visie en voortreffelijke vakmanschap resulteren in een bijzonder veelzijdig en imponerend wereldbeeld, waarin de mens steeds in zijn omgeving centraal staat. Oorthuys fotografeerde soms grafisch, maar meestal meer tonaal en de (werkende) mens is dikwijls prominent aanwezig.
biografie fotograaf (Leiden 1-11-1908
Casparus Bernardus Oorthuijs,